In het gebied van Oosterwold dat tot nu toe in ontwikkeling is uitgegeven (fase 1A) zijn nog veel ‘restkavels’. Het gaat om plekken die (nagenoeg) volledig bestaan uit archeologische vindplaatsen.
Diverse bewoners hebben daar ideeën voor bedacht of zelfs al plannen volledig uitgewerkt.
Tegelijkertijd is er ook behoefte aan allerlei collectieve voorzieningen, zoals speelplaatsen, ontmoetingsplekken, collectieve moestuinen, enzovoorts.
Voor Oosterwold is in de ontwikkelregels wel bedacht dat er publieke ruimte wordt ingericht, maar dat heeft uitsluitend de vorm van de kavelweg en de doorwaadbare stroken langs de randen van de kavels. Die bieden onvoldoende mogelijkheid voor het inrichten van de collectieve voorzieningen die vaak worden genoemd. In het pilotgebied, veld G, wordt nu gekeken hoe bewoners gezamenlijk plannen kunnen ontwikkelen en hoe de regels zo kunnen worden bijgesteld dat publieke ruimte alsnog kan worden geclusterd. (zie ook De Verbinding | Maak Oosterwold )
Hier komen twee vraagstukken bij elkaar:
- Waar kan publieke ruimte in 1A alsnog worden geclusterd?
- Wat doen we met de restkavels?
Nieuw uitgiftebeleid voor restkavels
Voor de restkavels moet nieuw uitgiftebeleid worden ontwikkeld. Het Rijksvastgoedbedrijf (rvb) speelt daarbij als eigenaar van de grond een belangrijke rol. Als Platform Oosterwold hebben we met de gebiedsorganisatie en de gemeente afgesproken dat binnenkort overleg met het rvb wordt gestart om dat uitgiftebeleid te ontwikkelen.
Om dat te ondersteunen en meer handen en voeten te geven zou het goed zijn om ideeën en uitgewerkte plannen te verzamelen. Op basis daarvan kan dan beter worden bepaald welk karakter die restkavels dan zouden moeten krijgen en met welke voorwaarden.
Oproep
Platform Oosterwold roept bewoners op om ideeën en plannen aan te leveren voor de inrichting van restkavels. Dit kan via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Het voornemen bestaat om daarna met de betrokkenen een webinar te organiseren samen met de gebiedsorganisatie en de gemeente om die plannen te bespreken en te kijken of er nog aanvullende wensen en gedachten zijn.
Met die oogst onder de arm kan dan het overleg met het rvb worden aangegaan.
Tegelijk biedt het een basis om in fase 1B beter rekening te houden met deze inrichtingsmogelijkheden en biedt het aanleiding om te kijken naar de inrichtingsregels in het bestemmingsplan waar het gaat om publieke ruimte.